27 oktober 2014 - Turks wespennest

Hoe een gesprek met een Turkse zakenman in Istanbul ontaardt in totale verwarring over de begrippen conservatief en progressief. foto's Kerem Yücel

Op het Besiktas plein in het Europese gedeelte van de stad, was afgelopen weekend een grote foto-expositie waar tout artistiek Istanbul op af kwam: hip, modieus, gesoigneerd of juist een beetje alternatief. De foto's hingen in containers en deels in de openlucht. En groungemuziek overstemde alles. Ook het middag gebed dat vanaf een nabij gelegen minaret klonk. 'Ja doei! Daar hebben we nu even geen zin in!' leek de boodschap. 

Opvallend was de fotoserie van jonge Islamitische vrouwen die zich zowel met als zonder hoofddoek hadden laten portretteren. Het is nog altijd een punt van heftige discussie tussen gelovige en seculiere Turken: moet'ie af of juist niet? De jonge generatie zal het een biet zijn. Die draagt er soms wel een en dan weer niet. Einde gezeur!
Ook mooi was serie 'Guests' van de jonge, veelbelovende fotograaf Kerem Yücel. Kleurrijke beelden van Syriërs met een sombere maar ook trotse uitstraling. Ze leven in grote armoede; ze zijn weliswaar 'veilig' maar al drie jaar weg van huis en nog steeds is er geen enkel uitzicht op vrede of terugkeer. ' Yücel wil laten zien dat vluchteling zijn in Turkije, niet een vrije keuze is.' Aldus het bijschrift.

       syrischmeisje

De 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen - 1,7 miljoen sinds Koerden uit de Syrische stad Kobane massaal de grens zijn overgestoken - lijken de Trkse bevolking steeds meer te splijten. En niet alleen volgens de lijnen conservatief (pro Erdogan) en progressief. De moderne Yücel nam het op voor de vluchtelingen. Maar een geëngageerde zakenman, die ik ontmoette in een lounge café in de populaire Mecilstraat, noemde zich progressief maar dacht er heel anders over dan de fotograaf.
'Erdogan had de vluchtelingen nooit zomaar moeten toelaten. Wat moeten we met die mensen, die waarschijnlijk nooit meer terugkeren naar Syrië?'
Mijn gesprekspartner had een punt. In de Engelstalige Turkse krant Daily News, werd de noodklok geluid over zeker 200 duizend Syrische kinderen die niet naar school konden en over de Verenigde Naties die maar niet over de brug kwamen met toegezegde fondsen voor opvang.
De man nam een slok van de sterke thee. 'Het Westen heeft makkelijk praten. Jullie nemen per land maar een paar duizend hoog opgeleide Syriërs op, maar wij zitten opgescheept met de arme onderlaag. Ook had Erdogan nooit de terreurorganisatie Isis moeten steunen. Hoeveel fouten zal die man nog maken?'
Ik vroeg hem of de Turken vrezen voor Isis, dat ook in arme wijken in Istanbul steeds vaker strijders ronselt. 'Nee voor Isis zijn we niet bang, maar wel voor de Koerden'. De zakenman stak zijn laatste sigaret op en vroeg een kekke barman met paardenstaart en een diamantje in zijn oor, meteen om een nieuw pakje. De anti-tabak hysterie had nog geen vat op Istanbul. Overal zaten mensen te roken, al dan niet met waterpijp.
Na een korte pauze, vervolgde hij zijn betoog. 'De invasie van Koerden uit Kobani, in september, was de druppel die de emmer deed overlopen. Wij Turken zijn allemaal opgegroeid met een diep wantrouwen tegen Koerden. Het zit ons in de genen, na een lange burgeroorlog tegen de PKK, die zeker 30 miljard dollar heeft gekost en honderdduizend doden. We zijn nog steeds niet zover dat we met onze eigen, opstandige Koerden een vredesverdrag hebben gesloten. En nu komen er nog meer bij. Grote kans dat het mis gaat en Turkije straks een tweede Joegoslavië wordt.'
'Maar is een democratische Koerdische staat buiten de grenzen van Turkije, dan misschien toch de oplossing?' Opperde ik voorzichtig. De zakenman reageerde als door een wesp gestoken. ‘Nee, nee, zeker niet! De Koerden zijn onderling teveel verdeeld. Dat wordt helemaal niets. De drie leiders Barzani, Öcelan en Salih Muslim zijn, ieder voor zich, alleen maar uit op de macht. De vorming van een Koerdische staat wordt een bloedbad. En daarin worden wij straks meegesleurd.'
'We gaan in Turkije akkoord met een autonoom Koerdische gebied in Noord Irak, onder aanvoering van Barzani. Maar daar moet het bij blijven. Tssss, een Koerdische staat! Wat zijn jullie toch oneindig naïef in het Westen.'
Hij leek niet meer te stoppen. 'Jullie begrijpen helemaal niks van het Midden Oosten. Het democratische model werkt hier helemaal niet. Het werkt niet in Turkije, waar Erdogan maar aan de macht blijft, ook al is zijn termijn verlopen. Het heeft in Egypte gefaald, Libië is a total mess, en nu Irak ook weer. Hou toch eens op over democratische staten.'
Ik was er al voor gewaarschuwd dat de Turkse politieke oneindig ingewikkeld is en dat conservatief en progressief er verraderlijke definities zijn. Na deze uitbarsting van onvrede, nam ik zogenaamd bedachtzaam een trek van aan mijn sigaret. Het leek me ook grenzeloos naïef om niet voor Isis te vrezen, maar dat liet ik maar even rusten.
Zo serieus en onheilspellend als ons gesprek was, zo vrolijk was de sfeer in en rondom het café. Naast ons zat zat een gemêleerd gezelschap stevig te drinken en rolde de ene na de andere grap over tafel, waarna bulderend gelach klonk. Verderop in de steeg zaten alle terrassen bomvol en liepen obers af en aan met grote dienbladen vol borrelhappen: inktvis en sardientje in zure saus, humus, baba ganoush, gevulde paprika's, en nog veel meer lekkers.
Twee muzikanten met trommels en een gitaar trokken met hun opzwepende muziek tientallen toeschouwers. En de straatverkopers met tamme kastanjes en mosselen met citroen, deden goede zaken. Oorlog? Isis? Vluchtelingen? Kobani? In de Mecilstraat in Istanbul leek het allemaal even heel ver weg.