Elsevier; Roepen in het duister; Over Noord en Zuid Korea; juli 2011

Via illegale radio-uitzendingen vanuit Seoel, proberen gevluchte Noord-Koreanen hun landgenoten in het stallinistische Noorden moed in te spreken. Maar de hongersnood en de angst voor de strafkampen werken verlammend. Omverwerping van het misdadige regime lijkt kansloos, zonder ingrijpen van buitenaf. 'Er heerst totale onmacht'.
fotobijschrift: De gevluchtte Kang Chol-hwan voor een kaart van een ongedeeld Korea


Seoel - De studio van Free North Korea Radio ligt in een onopvallend gebouw in Seoel, de hoofdstad van Zuid Korea. Er staat bewust geen naambordje op de gevel, om ongewenste gasten buiten de deur te houden. Want het station is omstreden. ‘De uitzendingen gaan over de leugens en misdaden van het regime van Kim Jong Il,’ zegt de oprichter Kim Seong Min, die begin jaren negentig naar het zuiden vluchtte. ‘Veel mensen hier vinden dat in strijd met de verzoeningspolitiek.’ Die is gericht op hereniging tussen noord en zuid en heeft vooral onder ouderen, met familiebanden in het noorden, veel aanhang.
Via een Amerikaanse satelliet zendt het station dagelijks een paar uur uit, in de hoop zoveel mogelijk luisteraars in het gesloten, stalinistische noorden te bereiken. In de kleine studio is de presentator net begonnen.
‘Laat u niet verblinden door de zogenaamde goedheid van Kim Jong Il. Hij is een dictator en geeft niets om het volk. En geloof niets van de leugens uit de krant. Die schrijft alleen maar over het falen van het kapitalisme. Maar luister naar de verhalen van de mensen die zijn gevlucht en nu in vrijheid leven, en genoeg te eten hebben.’
Zes jaar geleden begon Kim Seong Min met de uitzendingen, met financiële steun uit Amerika en Japan. ‘Het noorden wil de bevolking nog steeds doen geloven dat Seoel een stad is waarin duizenden bedelaars over straat kruipen,’ schampert hij. ‘Wij ontkrachten die leugens. En spreken luisteraars direct aan, in Noord Koreaans dialect.’
Naast het brengen van nieuws en achtergronden, en getuigenissen van gevluchte Noord Koreanen, worden er ook brieven voorgelezen aan achtergebleven familieleden. Veel vluchtelingen gaan gebukt onder schuldgevoelens en een diep verlangen te worden herenigd met hun dierbaren. De brieven geven daar uiting aan.
Aanvankelijk wilden de autoriteiten niets weten van het radiostation. Maar onder de conservatieve Zuid Koreaanse president Lee Myung Bak, die in 2008 aantrad, zijn de verhoudingen aanzienlijk verbeterd. In tegenstelling tot zijn voorgangers is Lee Myung Bak heel sceptisch over dictator Kim Jong Il (zie kader).
De overheid vergoedt nu zelfs een deel van de salarissen van de twintig redacteuren en technici van het radiostation, vrijwel allemaal vluchtelingen. Maar ze geeft daar nog steeds geen ruchtbaarheid aan, uit angst voor nieuwe protesten.
Een van de redacteuren is Han Ji-su (31). Ze oogt tenger en verlegen, is eenvoudig gekleed en pas een paar maanden in Seoel. ‘Mijn familie leed honger. En mijn vader werd ernstig ziek. Om zelf te kunnen overleven móest ik wel vertrekken. Met mijn ouders heb ik helaas geen contact.’
De angst voor de lange arm van het wraakzuchtige regime in Noord Korea, is groot. Han Ji-su wil dan ook niet in detail treden over de streek waar ze vandaan komt, noch over haar vluchtverhaal.
Ook zij luisterde naar de verboden radio uitzendingen. ‘Pas toen werd me duidelijk dat ik jarenlang met gesloten ogen heb geleefd. Je mag in het noorden alleen streng gecensureerde boeken en speciale films kijken. En je doet precies wat je wordt
opgedragen, om in het systeem te passen. Toen ik in Seoel aankwam werd ik overrompeld door de beschaafde en goed georganiseerde wereld om me heen. En door de vrijheid. Ik mag zeggen wat ik wil, zelfs commentaar leveren op de president, zonder gevaar te lopen.’
Haar collega Park Tae-hoon (23) die een glimmend, grijs pak draagt, een groot polshorloge en een moderne bril, was beter voorbereid op die ‘andere wereld’. Hij luisterde niet alleen naar de radio maar keek ook naar gesmokkelde Zuid Koreaanse dvd’s.
‘Ik woonde vlakbij de Chinese grens waar we met gesmokkelde Chinese mobiele telefoons, konden communiceren met de buitenwereld. Ik ben geholpen door een vriend die al eerder vluchtte. Toen ik eindelijk aankwam op het vliegveld in Seoel, zag ik tot mijn verbazing de heuvels vol bomen staan. Dat ontroerde me diep. Op de plek waar ik vandaan kom staat geen boom meer overeind. Alles is gekapt voor brandstof.’
In het noorden is aan alles gebrek en heerst de noodtoestand. Door een zware winter, overstromingen en een uitbraak van mond- en klauwzeer, is er opnieuw grote hongersnood. Volgens experts zijn ruim zes miljoen mensen daar inmiddels het slachtoffer van. Een is derde van alle kinderen ernstig ondervoed. Wat schade toebrengt aan hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Bovendien zijn er geen medicijnen meer en ontbreken op veel plaatsten, zelfs ziekenhuizen, essentiële voorzieningen zoals stomend water.
Maar vluchten wordt steeds moeilijker. ‘De autoriteiten hebben de patrouilles aan de grens met China geïntensiveerd,’ zegt Park Tae-hoon. ‘Bovendien sturen de Chinezen alle vluchtelingen die zij onderscheppen, terug. Die worden geëxecuteerd of gevangen gezet.’
Inmiddels zijn er ruim tien radiostations in Seoel, die zich richten op Noord Koreanen. Maar de radiorevolutie die ze willen ontketenen, wordt gesmoord in angst. ‘Zeker de helft van de bevolking in het noorden luistert stiekem,’ zegt pionier Kim Seong Min. ‘Maar het blijft levensgevaarlijk. Wie wordt betrapt is een vijand van het regime en kan in een kamp verdwijnen, als politiek gevangene. Er heerst totale onmacht. Verandering is alleen mogelijk als er hulp van buitenaf komt.’

Een paar kilometer verderop, in het zakelijk centrum van Seoel, houdt de hulporganisatie ‘Justice for North Korea’ een demonstratie. Via een microfoon en een geluidsversterker vertelt een betoger over de dwangarbeid, honger en angst in het noorden. Een ‘toneelstukje’ zet zijn woorden kracht bij. Een geketende vrouw met een jute zak over haar hoofd, wordt als een hond aan een touw over straat getrokken door een man in uniform, die er angstaanjagend uitziet.
Een enkele voorbijganger stopt om te kijken. Maar vooral veel jonge mensen, lopen gehaast door. ‘Veel jongeren voelen helemaal geen band met mensen in het noorden. Ze beschouwen Noord Korea als apart land en hebben geen belangstelling voor wat zich daar afspeelt,’ zegt een van de betogers, over deze onverschilligheid.
‘Zuid Korea is zeer prestatiegericht. Jongeren hebben het te druk met hun eigen levens en carrière. Ze zitten niet te wachten op verandering. Laat staan op een snelle hereniging van beide landen. Want dat betekent een grote financiële last en meer concurrentie op universiteiten en op de arbeidsmarkt.’
Maar de Noord Koreaanse gemeenschap in Seoel, die inmiddels zo’n twintigduizend vluchtelingen telt, zal de hoop op hereniging nooit opgeven. Op steenworp afstand van het zakencentrum, ligt het kantoor van het North Korea Strategy Centre (NKSC). Er hangt een grote landkaart aan de muur van het hele Koreaanse schiereiland, waarop de grens tussen noord en zuid ontbreekt, evenals de gedemilitariseerde zone.
Oprichter Kang Chol-hwan, was tien jaar toen hij in 1977 met zijn familie werd gedeporteerd uit de Noord Koreaanse hoofdstad Pjongjang naar het gevreesde strafkamp Yodok. Zijn grootvader had zich wel eens kritisch uitgelaten over de Grote Leider Kim Il Sung (zie kader). Hij werd gebrandmerkt als ‘vijand van het volk’ en de hele familie moest een heropvoeding ondergaan.
Kang Chol-hwan behoorde met zijn vader en moeder, zijn zus en zijn oma, tot de categorie ‘verbeterbare misdadigers’. Die kregen de kans ooit vrij te komen. ‘Maar in Yodok was ook een afgescheiden, maximaal beveiligd terrein waar de ‘onverbeterlijke misdadigers’ zaten. De zwaarste categorie politieke gevangenen en hun kinderen.’ Zegt de activist. ‘Dat was een soort spookwereld waar niemand levend uitkwam.’ Zijn opa behoorde tot deze categorie en hij heeft hem nooit meer gezien.
Mensenrechtenorganisaties kennen zes strafkampen in Noord Korea. Recente satellietfoto’s tonen aan dat die kampen in oppervlakte, enorm zijn toegenomen ten opzichte van beelden uit 2001.
Op grond van de foto’s en getuigenissen van gevluchte gevangenen en bewakers, schatten mensenrechten organisaties het totale aantal politieke gevangenen, inmiddels op tweehonderdduizend. ‘Maar ze weten nog lang niet alles,’ zegt Kan Chol-hwan. ‘Grote delen van Noord Korea zijn ontoegankelijk. Daarin liggen de geheime kampen.’
In Yodok was Kang Chol-hwan als tiener getuigen van martelingen en executies en heeft hij velen zien sterven van honger en uitputting. Zelf wist hij te overleven, dankzij het eten van ratten.
Uit recente getuigenissen blijkt de situatie verder te zijn verslechterd. Er heerst nu extreme honger en executies vinden dagelijks plaats. Gevangenen die een uitbraakpoging doen, worden maandenlang verhoord, gemarteld en daarna vermoord. Men vecht om de lichamen want lijkenruimers krijgen een kop rijst. Dankzij de kampen, houdt Kim Jong Il de bevolking in een ijzeren greep en zit hij nog steeds stevig in het zadel.

Kang Chol-hwan was achttien toen hij werd vrijgelaten. Een paar jaar later, in 1992, dreigde hij opnieuw opgepakt te worden omdat hij luisterde naar verboden radio-uitzendingen. Hij wist te vluchten naar China en belandde na een lange, gevaarlijke reis in Seoel.
In zijn kantoor staat een vitrine met showmodellen van kleine transistor radio’s. Een van de missies van het North Korea Strategy Centre is het investeren in- en het verspreiden van de radio’s in het noorden. Hoe dat precies in zijn werk gaat, wil hij uit veiligheidsoverwegingen niet vertellen. Kang Chol-hwan gelooft heilig in het medium. ‘De vrije uitzendingen bieden hoop. De Noord Koreanen putten er moed uit om door te kunnen gaan. Maar ze hebben niet de kracht om zichzelf te bevrijden van het misdadige regime. Dat kan alleen met militaire hulp van buiten.’
Maar de kans daarop is zeer klein. Uit angst voor grote vluchtelingenstromen en uitbreiding van de Amerikaanse invloedsfeer in Korea, zit buurland China niet te wachten op ineenstorting van het regime. En dus houdt China ‘de trouwe bondgenoot’ Kim Jong Il, de hand nog steeds boven het hoofd.
En de internationale gemeenschap? Die laat zich keer op keer om de tuin leiden door de dictator, stelt Kang Chol-hwan. ‘In het kader van de verzoeningspolitiek hebben Zuid Korea, Amerika en de Verenigde Naties, jarenlang rijst en geld gegeven, in ruil voor hervormingen. Maar met de rijst hebben de generaals en de elite in Pjongjang zich gevoed. En met het geld zijn nucleaire wapens en raketten ontwikkeld. Hervormingen bleven uit. Het is dus tijd voor een andere aanpak.’
Hij ziet enige verbetering onder de huidige president Lee Myung Bak. ‘Hij stelt tenminste het Noord Koreaanse volk voorop en de veiligheid van het zuiden. Hij wil hard optreden tegen de grilligheid van Kim Jong Il. En harde voorwaarden stellen aan verdere hulp. Maar tegelijkertijd moet hij rekening houden met aanhangers van de verzoeningspolitiek en de wensen van de internationale gemeenschap.’
En die voert een halfslachtig beleid. Landen maken zich vooral zorgen over de nucleaire aspiraties van Noord Korea. Dat onlangs nog een gloednieuwe fabriek presenteerde aan een Westerse wetenschapper, waarin op grote schaal uranium kan worden verrijkt.
‘Ondanks alle gruwelverhalen en provocaties willen veel landen toch weer om de tafel gaan zitten met het regime. Maar men voert niet de druk op China op, dat de sleutel tot verandering in handen heeft. En ondanks alle gevaren klakkeloos vluchtelingen blijft terugsturen naar het noorden’. Constateert Kang Chol-hwan bitter. ‘De internationale gemeenschap mág zich er niet bij neerleggen, dat een heel volk in slavernij leeft.’
De namen Han Ji-su en Park Tae-hoon zijn gefingeerd. Kang Chol-hwan beschreef zijn kampervaringen in het boek ‘De Aquariums van Pjongjang’.

Kaders: Kim dynastie
Na de Korea oorlog (1950-1953), die eindigde in een wapenstilstand, kreeg de Grote Leider Kim Il Sung in het communistische Noord Korea de absolute heerschappij. De juche-ideologie zag het licht, gericht op volledige zelfredzaamheid. Het gevolg was een hongersnood, die in de jaren negentig aan drie miljoen mensen het leven kostte. Na de dood van Kim Il Sung in 1994, nam zoon Kim Jong Il het roer over. Van drastische economische hervormingen was geen sprake. Hij introduceerde de songun-politiek: het leger eerst. Inmiddels is de gezondheid van de dictator slecht en heeft hij zijn 27-jarige, ambitieuze zoon Kim Jong Un naar voren geschoven als toekomstige troonopvolger.

Politiek Zuid Korea
Kim Dae-jung, van 1998 tot 2003 president van Zuid Korea, is de architect van de ‘Sunshine policy’ (verzoeningspolitiek) met Noord Korea. Die resulteerde in de aanleg van een treinverbinding tussen de landen, de ontwikkeling van een gezamenlijke economische zone en reünies tussen familieleden uit noord en zuid. Opvolger Roh Moo Hyun zette de politiek voort. Maar werd begin 2008 verslagen door de conservatieve Lee Myung-bak die een harde toon aanlaat tegen Pjongjang. Hij maakt humanitaire hulp afhankelijk van volledige transparantie over de verdeling én van de ontmanteling van het nucleaire wapenarsenaal. De verhouding tussen de landen verslechterde door ernstige Noord Koreaanse provocaties: in maart werd De Cheonan, een Zuidkoreaans marineschip getorpedeerd waarbij 47 mensen om het leven kwamen. En in november beschoot Noord opeens het Zuidkoreaanse eiland Yeonpyeong. Er vielen twee doden.