mei 2009 - De Kaku experience.....
Ja, dat vraag ik me ook al jaren af! Is het die eeuwige groene thee, de miso soep of het weren van zonlicht? Hoe dan ook, qua huid zal ik nooit van ze kunnen winnen. Maar….ik heb rechte tanden (dát dan weer wel) en daar kunnen veel Japanners niet aan tippen.
Het verbaast me hoeveel onverzorgde, scheve gebitten ik hier om me een zie, alsof er een taboe rust op een bezoek aan de tandarts. Ook kom ik zelden of nooit een Japans kind tegen met een beugel.
Maar daar brengt de orthodontist John K. Kaku inmiddels verandering in.
Samen met zijn vrouw Maori heeft hij verschillende praktijken in Tokio, die lopen als een trein. Ook wij zijn inmiddels trouwe klanten. We brengen er niet een gewoon bezoek aan de tandarts, nee we ondergaan er de ‘Kaku-experience’.
Het begint al in de witte designwachtkamer met gedempte verlichting waar een groot apparaat staat met vier gamecomputers. Voor kinderen én volwassenen. Aan een muur hangen honderden pasfoto’s van lachende Kakupatiëntjes. Evenals grote portretten van Dr. John en zijn Maori, waarbij exact wordt vermeld aan welke universiteit en waar ze hebben gestudeerd (Tokio! Boston! San Francisco!).
Op een lange, witte ovale tafel liggen bijna alle Glossy’s denkbaar. En aan de balie zitten drie assistentes gekleed in het Kaku-uniform: zwarte knickerbockers, witte T-shirts en zuurstokroze vestjes. Ze lachen steeds hun beugels bloot en met een mierzoet stemmetje verzoeken ze iedere patiënt om eerst de tanden te poetsen aan de designwastafel met ingewikkelde kranen.
De behandelkamer ligt in de kelder en doet meer denken aan een hip internetcafé. Aan de muur hangt verantwoorde kunst en er staan vijf gigantische Mac beeldschermen met comfortabele stoelen, in horizontale houding.
Vic heeft twee gaatjes en de tandarts (helaas niet Dr. John zelf), zal er ‘zachte vullingen’ inzetten. Maar eerst vraagt ze welke film mijn zoon wil zien. Pardon?
Aan het plafond boven de behandelstoel blijkt een beeldscherm te hangen waarop video’s worden vertoond. Meneer kiest voor Prince Caspian, gaat er eens goed voor liggen en raakt meteen een soort trance. Prince Caspian blijkt een prima verdoving tegen de pijn.
Rest mij niets anders dan naar het grote Mac beeldscherm te staren waarop een slideshow te zien is van alle hoogtepunten in het leven van Dr.John. Die niet wordt gehinderd door enige vorm van bescheidenheid.
De vele diploma-uitreikingen, de Japanse huwelijksplechtigheid, Dr. John in het gezelschap van zijn voorname vrienden, Kaku junior in alle soorten en maten en het ene na het andere tropische paradijs, passeren de revue.
Opeens komt Dr. John zelf binnen. Hij is bruin, klein, draagt om de ene pols een gigantisch horloge en om de andere tien armbanden. En hij heeft uiteraard een oogverblindend wit gebit. Zijn gebrek aan lengte wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn grootspraak.
Uit de flarden van het gesprek met zijn hoogblonde Amerikaanse patiënte, maak ik op dat Dr. John de Franse Rivièra op zijn duimpje kent en vorig jaar nog met zijn dertig béste vrienden aanwezig was bij de Regattazeilrace, een must voor de ‘rich en famous’. Zijn patiënte, die geen woord kan uitbrengen omdat ze haar mond wijd open staat, kirt bewonderend.
Een Japanse gezegde luidt: hoe voller de korenhalm hoe meer hij gaat hangen. Daarmee wordt bedoeld dat welvarende, invloedrijke Japanner zich bescheiden en nederig dienen te gedragen. Dr. John is in alle opzichten een uitzondering op deze ongeschreven regel.
Vic’s tanden zijn tot zijn grote spijt al halverwege de film gevuld en nadat hij een kado’tje mag uitzoeken als beloning voor zijn dappere gedrag, reken ik een kapitaal af voor de behandeling. In ruil daarvoor krijgen we wél een houten Kaku munt.
Wie zeven munten bezit mag een draai geven aan het reuzenrad dat naast de fotomuur hangt. De prijzen variëren van Ken en Barbie tot een opmaakset voor jonge meisjes en een Star Wars leger. Vic kan zijn geluk dan ook niet op als de zachte vullingen er na twee dagen alweer uit zijn gevallen. Prince Caspian lonkt, evenals munt nummer twee.