Koning pretpark - ondernemer Henny van der Most; AD Magazine; 15 maart 2003
Van de kerncentrale in Kalkar maakte hij een kermis. Nu heeft hij grootse plan nen met een Navo-opslagterrein. Ondernemer Henny van der Most (54) investeert in leuke dingen voor de mensen.
Het limburgse dorp Gulpen stond op het program, waar hij wilde kijken naar de boedel van een failliete speeltuin. Daarna zou hij doorvliegen voor een gesprek in Kalkar in Duitsland, waar hij de ongebruikte kerncentrale ombouwde tot het pretpark Kernwasser Wunderland. Maar de helikopter is stuk. Korzelig loopt Henny van der Most door de lobby van zijn jongste project dat nu een jaar open is: De Koperen Hoogte in Nieuwleusen, bij Zwolle.
Ooit een vervallen water toren die nauwelijks opviel in de desolate omgeving, maar na een investering van zo'n veertien miljoen euro is het een imposante witte zuil die permanent felgroen licht uitstraalt en een luxe shopping centre, een hotel, verschillende bars en een ronddraaiend restaurant herbergt. Zompige weilanden maakten plaats voor een glooiende golfbaan en de enige floating course ter wereld: achttien ringen in het water.
Van der Most negeert de bordjes 'niet roken' en wordt achtervolgd door de geur van een Sumatra Cum Laude. In onverstaanbaar Overijssels grapt hij met de werkmannen bij het drie meter hoge, ronde aquarium. Het heeft een kunstboom in het midden. 'Eerst was het een lelijke pilaar', licht hij toe. De hele inrichting is overigens zijn idee. Van het zwarte steen met glinsterende spikkels op de vloer, de talloze vitrines met luxeartikelen en het gepolitoerde houtwerk afgezet met koper tot de comfortabele fauteuils rond het kunstvuur. Binnenhuisarchitecten heeft hij niet nodig. Even snel zakendoen met een man die al een uur zit te wachten en met de manager van de toren. Aan vergaderen doet Van der Most niet, want dat kost tijd. Binnen tien minuten is hij klaar.
En dan toch maar op pad. Met de auberginekleurige Mercedes coupé, waarvan de rugleuning van de leren stoel zó ver achteroverbuigt dat hij kan wegdoezelen. 'Nadenken', zegt hij zelf. Allardes Hoiting, zijn secretaris, piloot en chauffeur, zit achter het stuur. De lts maakte Van der Most niet af; hij is een man van de praktijk. De boerenzoon uit Slagharen begon bij buizen fabriek Wavin en stond bij de benzinepomp. Handig als hij was maakte hij met een vriend tuinhekjes en waslijnpalen van ijzer en verkocht hij dakpannen van oude boerderijen aan Monumentenzorg. Zijn vriend wilde cashen, Van der Most liever herinvesteren. De vriend is nog steeds postbode.
Van der Most bouwde in een hal achter zijn huis een zwembad en een sauna. De hele buurt kon er tegen betaling terecht. Het liep als een trein, waarop de gemeente Slagharen de hal subiet sloot. Maar de entertainer in hem was los. De florerende handel in ijzer en later ook in grote staalconstructies en gebruikte machines stond garant voor alle investeringen in 'leuke dingen voor de mensen'. Zet hem in een kale ruimte, en hoe mistroostig ook, in gedachten ziet hij zwem-, tennis-, midgetgolf- en kegel banen verrijzen en bars en bufetten. Zijn eerste grote project was een failliete textielfabriek in Slagharen die hij in 1979 kocht en verbouwde tot het bruisende uitgaanscentrum De Bonte Wever. Helaas brandde het twee jaar geleden af. 'Dat deed veel pijn', zegt Van der Most. 'Iedereen uit het dorp ging bij mij naar de bios, het zwembad en de huwelijksfeesten.'
Hij heeft alweer een groter centrum in gedachten. In een failliete aardappelmeelfabriek in Oranje kwam de overdekte speelstad Oranje. Een ijsbaan in Assen werd een uitgaanscentrum. En een oud ziekenhuis in Almelo is nu hotel Preston Palace, mét 'zwemgrot'. Hij opende drie Piri-Piri restaurants (onbeperkt kip eten) en nam de watertoren en Kalkar onder handen. Zijn laatste aanwinsten zijn de romp van een onafgebouwd cruiseschip en een Navo-opslagterrein in Duitsland dat over drie jaar wordt opgeleverd.
Inmiddels telt zijn imperium meer dan zeventien bv's met een omzet van 34 miljoen euro, en heeft hij ruim tweeduizend mensen in dienst. Vorig jaar maakte Van der Most zijn entree in de Quote 500, de ranglijst van vermogend Nederland. De sjacheraar in het leren jekkie, die altijd 'een paar duuzendjes' op zak had, maakte plaats voor de zakenman in pak. 'Ik sta op de 497ste plaats. Ik weet niet waarop ze dat baseren, want ik verdien ongeveer het minimumloon', grinnikt hij.
Wat veroorzaakt die ongekende daden drang? Het blijft lang stil in de auto op weg naar Kernwasser Wunderland. Hij fronst, bromt wat en komt ten slotte met de verklaring dat hij steeds nieuwe dingen wil doen. 'Als iets eenmaal loopt, ben ik weg. Neem de Piri-Piri-keten, een goudmijn. Adviseurs menen dat ik die moet uitbreiden. Maar daar vind ik niets aan. Ik heb nieuwe uitdagingen nodig.' Adviseurs? 'Ja, ik luister wel eens naar anderen als ik ideeën heb. Maar nooit te lang.'
Zijn secretaris schuift hem de post toe. Naast de gebruikelijke zakelijke brieven is er fanmail: 'U maakt fantastische dingen, wij wensen u veel succes met uw bedrijf'. En: 'Wat u de mensen niet een plezier bezorgt, ga zo door!' Quasi-nonchalant legt hij ze terug. En dan zijn er de verzoeken van uitvinders. Zoals de man die aandacht vraagt voor zijn trein op waterski's die zal zorgen voor een 'een revolutie in de transportwereld'. Of Van der Most wil meebetalen. Hij zucht. 'Beginnende ondernemers willen geen enkel risico lopen! Als ik vroeger een goed idee had en geen cent kreeg van de bank, dan verkocht ik desnoods m'n boot. Dan stak ik er al mijn geld in zodat ik eerst eens wat kon laten zien. En het moet tegenwoordig ook meteen allemaal groot en duur. Ik zeg: begin klein en bescheiden. Als je succes hebt, komt het grote werk later wel.
Neem Kalkar. Van verre zien de gigantische koeltoren en de blokvormige gebouwen er dreigend uit. Maar na de slagbomen openbaart zich één grote, stilstaande kermis met een ontelbare hoeveelheid attracties. 'Komende zomer laat ik uit de koeltoren een heliumballon met passagiers opstijgen', zegt Van der Most op een toon alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. In vijf jaar tijd investeerde hij hier meer dan 45 miljoen euro. Een deel van de kolossale bijgebouwen is nu een boven- en ondergronds recreatiecentrum waarin moeiteloos enkele duizenden mensen vertier kunnen zoeken. In de torenhoge gebouwen die nog leegstaan, zijn een skibaan en het derde hotel van het park gepland. Aan de voet daarvan verrijst een authentiek Beiers dorp. In de popperige huisjes met bruine bloembakken onder de ramen komen winkeltjes.
Ook hier wordt het gebruikelijke Van der Most-recept toegepast: één toegangsprijs waarvoor de bezoekers gebruik kunnen maken van alle faciliteiten en zo veel mogen eten en drinken als ze willen. Soms is hij er zelf ook bij als 'consument', met zijn dochters Barbara, Charlotte en Rosalie. 'In het weekend lopen hier twee- tot vierduizend mensen rond die vijftien euro per persoon betalen', weet de ondernemer, die zijn zesde sigaar opsteekt. Op deze doordeweekse, koude dag, lijkt het park uitgestorven. Maar in een van de restaurants storten 250 man van de Deutsche Post zich net op de bufetten. Van der Most wrijft zich in de handen. Het is tijd voor een warme kop snert met gedroogde uien, een visplateautje en een bordje bami. Terwijl hij eet doet hij zaken met de Duitse manager, die onberispelijk Nederlands spreekt. Zelf spreekt Van der Most geen woord over de grens en zijn enige 'diploma' is zijn rijbewijs. Hij vaart op zijn fingerspitzengefühl en zijn managers, aan wie hij zo veel mogelijk delegeert. Naar hun diploma's vraagt hij nooit. Hij kiest mensen uit omdat ze goed kunnen nadenken en vriendelijk en gedreven zijn. 'Vriendelijkheid kost niets!'
Op weg naar Nederland verzinkt Van der Most alweer snel in gedachten. De onafgebroken stroom telefoontjes wordt diplomatiek beantwoord door de secretaris. Kan Van der Most spreken op de onder nemersdag 2003 van de Erasmus Universiteit? Wil hij een peptalk houden tijdens bijeenkomsten van jonge agrariërs in Bentelo en Hummelo? Hij zwaait met z'n handen als hij er geen zin in heeft en knikt als hij er wat voor voelt. Per lezing vraagt hij zo'n 1500 euro. Het bedrag is bestemd voor de Belangenvereniging Slagharen, inmiddels een kapitaalkrachtige instantie.
Van Kalkar gaat de tocht naar Preston Palace in Almelo, een investering van twintig miljoen euro. Van buiten is het nog steeds een verzameling eentonige gebouwen, van binnen nu een hotel vol vertier. Jong en oud vermaken zich uit stekend op de midgetgolf- en bowling banen, in de biljarthal en in de diverse bistro's. 'Alles naar wens?' vraagt Van der Most aan verschillende bezoekers. 'Je 'moet je tussen de gasten en het personeel blijven begeven en zien wat er leeft. Want dat is de sleutel tot succes!' Het klapstuk is de zwemgrot 'in Polynesische stijl'. Sterren glinsteren aan de donkerblauwe hemel, in een van de baden staat een aquarium met echte piranha's. En daar valt een tropische regenbui. Gezinnen lopen af en aan, de ondernemer glundert.
Dan weer de grens over. Van Almelo naar het Duitse Itterbeck, waar verscholen in de naaldbossen het Navo-opslagterrein ligt. Hij kocht de veertig gigantische hallen en tientallen betonnen munitiedepots onlangs voor een niet nader te noemen bedrag. Tachtigduizend vierkante meter speelruimte. Een paar hallen gebruikt hij inmiddels als opslag. Trots toont hij de vierhonderd kant-en-klare luxebadkamers die hij uit het onafgebouwde cruiseschip sloopte. 'En hier: een complete wasserij, allemaal hightech keukenapparatuur. Nooit gebruikt!' In de volgende hal liggen alle airco's van het schip. 'Heb ik allemaal nodig als ik weer een Bonte Wever mét hotel ga bouwen.' Van der Most wijst naar het dak. 'Daar komt een glazen kap voor in de plaats. De hallen worden indoorcampings waar mensen 's winters hun caravans kunnen neerzetten. Zand erin, wat bomen en terrassen met houten tuinstoelen en klaar! En de munitiebunkers worden vakantiewoningen!' Een marktonderzoek vindt de ondernemer niet nodig. 'Ik maak het zo bijzonder dat de mensen vanzelf wel komen.'
Wie denkt dat er ook grenzen zijn aan de fantasie van Van der Most, komt steeds weer bedrogen uit. Het kan altijd nóg gekker. Hij wijst naar een paar open rijtuigen in een hoek. 'Daar maak ik srv-achtige wagens van die in het Pipo-dorp zullen rijden met een Pipo de Clown en Mammaloe op de bok.' Van driehonderd oude vriescontainers van de NS maakt Van der Most vakantiehuisjes ofwel 'pipowagens' voor een park naast Speelstad Oranje. Het worden felgekleurde containers met ramen, opgeschilderde karrenwielen en een serre in het midden, geschikt voor zes personen. 'En ik wil in het dorp ook een Swiebertje en Bromsnor op een solex. Vinden kinderen prachtig.'
Faalangst komt in zijn vocabulaire niet voor, hoe groot zijn projecten ook zijn. 'Ik lig wel eens een nachtje wat meer te woelen dan normaal en er is ook wel eens een halletje afgebroken. Maar ik heb een rotsvast vertrouwen in mijn eigen ideeën.' Toch gaat het wel eens mis. Zo zat er asbest in een demontabel ziekenhuis dat hij kocht; een miljoenenstrop. Ook grijpt hij er wel eens naast. Hij aasde vorig jaar tevergeefs op het Floriade-terrein. 'Ik had een schitterend plan met speeltuinen en educatieve dingen voor kinderen. De hele infrastructuur lag er al. Maar de gemeente Haarlemmermeer maakt er een beurzencomplex van. Kapitaalvernietiging!'
Terug in Nieuwleusen ontspant Van der Most even in zijn Piri-Piri-restaurant, van waaruit hij z¡jn toren ziet liggen. Iedere dag kan hij in het ronddraaiende restaurant zitten, maar hij verorbert net zo lief een kippetje. Heel soms, als de bureaucratische rompslomp hem te veel wordt, vraagt hij zich wel eens af waar hij mee bezig is, vertelt hij. 'Een echte ondernemer zoals ik wordt gek van alle regels en bestemmingsplannen die ook nog eens door iedere gemeente anders worden geïnterpreteerd. Als ik met een project begin, kan alles. Als ik ermee bezig ben, kan er opeens niets meer. En de banken, die ook al geen risico's meer durven te nemen, houden steeds vaker de hand op de knip. Ik moet dus meer met cashflow investeren, wat alle plannen vertraagt.'
Een jaar geleden had hij zijn hoop nog gevestigd op Fortuyn. 'Pim was een echte leider en ik vind het heel jammer dat hij dood is. De neergang van de lpf verbaast me niets. Want alles wat in opbouw is moet worden aangestuurd door iemand met visie. Alleen Pim had dat gekund.' De ondernemer trekt een parallel met zijn eigen bedrijven. 'Alle nieuwe projecten en plannen kunnen alleen door mij worden begeleid. Als ik plotseling zou wegvallen, storten ze in elkaar. Daar maak ik me wel eens zorgen om.' Hij vreest dat het in zijn ogen desastreuze klimaat voor ondernemers op korte termijn niet verbetert. Maar hoe meer moeilijkheden hij op zijn pad treft, hoe groter de uitdaging. Tegenwerking en ongeloof wekken zijn strijdlust juist op. 'Toen ik met De Koperen Hoogte begon zei men: 'Van der Most, dat is niets voor jou, zo'n luxeding. Jij bent iemand die de grote massa vermaakt.' Zo'n opmerking is mijn eer te na. Dan denk ik: o ja? Ik zal jullie eens wat laten zien!'